Materialen

Bims-soorten

Bims is een vulkanisch gesteente, dat gekenmerkt wordt door een mate van grote porositeit. Door de grote hoeveelheid van kleine holtes in het gesteente, is het zeer licht en kunnen vele variëteiten van bims op het water blijven drijven. Bims ontstaat, wanneer bij een vulkanische uitbarsting de vloeibare lava, die een grote hoeveelheid gassen bevat, zodanig snel afkoelt dat de gasbelletjes niet tijdig kunnen ontsnappen en in het gesteente vast blijven zitten. In de oudheid werd bims gebruikt als constructie materiaal, maar ook als middel om zich te scheren. Gemalen bims werd gebruikt in cement. Vandaag de dag wordt bims veelal gebruikt  in de vorm van licht ophoogmateriaal door de grond-, weg- en waterbouw. Het lichte funderingsmateriaal is bijvoorbeeld uitermate geschikt voor aanleg van wegen, aanvulling van (riool)sleuven, voor de aanleg van sportvelden en opvulling van kruipruimten. Vooral in het westen van Nederland, waar de slappe veenbodem voor een slechte ondergrond zorgt, heeft deze lichte steensoort de voorkeur als funderingsmateriaal.

Er zijn verschillende soorten bims, afhankelijk van waar de bims gewonnen wordt: Yalibims komen van het Griekse eiland Yali, op circa 30 kilometer van het bekende eiland Kos. De zogenaamde Duitse bims worden gewonnen in de Eifel. Versloot-Van Wingerden B.V. levert naast de Yalibims ook de Duitse bims, ook wel Korreth-bims of Vulkaan-bims genoemd.


Yalibims

De Yalibims worden in de regel geleverd in de grootte van 0/16 mm of 0/31,5 mm. Het is een licht funderingsmateriaal met een grote waterdoorlatendheid.


Duitse bims

Versloot-Van Wingerden levert de Korreth-bims en de Vulkaan-bims wanneer het om Duitse bims gaat. Deze hebben normaliter de grootte van 0/16 mm. Duitse bims hebben in de regel een iets hoger gewicht dan Yalibims.


Flugzand

Flugzand is een zandsoort met een zeer lage dichtheid. Het is gemakkelijk te verwerken en transport kan zonder problemen over het materiaal heen plaatsvinden. Het wordt gebruikt onder wegen, sportvelden, parkeerplaatsen, in leidingsleuven, als tijdelijke rijbanen, achter damwanden, in sloten en vaarten en als kernmateriaal in rivierdijken.